 |
Vliegtuigdockinggeleidingssysteem (Safegate Docking System)
1. Algemeen
1.1 Het dockinggeleidingssysteem (Safegate Docking System), waarmee vliegtuigen op de juiste hoofdhartlijnpositie op de parkeervakken kunnen parkeren zonder de hulp van een marshaller.Op parkeerposities buiten het midden is geen dockinggeleidingssysteem aanwezig. Op deze locaties wordt wel een rangeerdienst aangeboden.
1.2 Alle afgelegen parkeervakken behalve W126 en V131-V135 op het passagiersplatform zijn uitgerust met een dockingsysteem voor de middenparkeerpositie.Op afgelegen parkeerplaatsen buiten het midden van de parkeerplaats en op de parkeervakken W126, V131-V135 is geen dockinggeleidingssysteem aanwezig. Op deze locaties wordt een rangeerservice aangeboden.
1.3 Er is geen dockinggeleidingssysteem aanwezig op de parkeerplaatsen op het vrachtplatform en op deze locaties wordt een rangeerdienst aangeboden.
2. Beschrijving van het Safegate-dockingsysteem
2.1 Het Safegate Docking Systeem bestaat uit een beeldscherm en een laserscanner aan de kop van de parkeerplaats om ervoor te zorgen dat het vliegtuig op de juiste locatie ten opzichte van de luchtbruggen stopt.
2.2 Wanneer het systeem door de marshaller wordt geactiveerd, wordt de volgende informatie op het LED-scherm weergegeven:
a) type aankomend vliegtuig;
b) opeenvolgende pijlen om aan te geven dat het systeem actief is;
c) zijdelingse begeleiding met een verlichte 'T' wanneer het vliegtuig zich binnen 80 meter van de juiste parkeerpositie bevindt;
d) weergave van de nog af te leggen afstand wanneer het vliegtuig zich binnen 20 meter van de juiste parkeerpositie bevindt;
e) STOP-indicatie wanneer het vliegtuig zich op de juiste parkeerpositie bevindt.
3. Bediening van het Safegate-dockingsysteem
3.1 TYPE VLIEGTUIGEN
3.1.1 Voordat het vliegtuig de parkeerplaats nadert, voert de marshaller het type vliegtuig in het systeem in en wordt dit weergegeven op het LED-scherm.Wanneer het vliegtuig de parkeerplaats opdraait en het systeem het vliegtuig begint te volgen, identificeert de laserscanner het type vliegtuig (Fig. 1).
3.1.2 Als de lasereenheid detecteert dat het type vliegtuig overeenkomt met het type dat in het systeem is ingevoerd, blijft het dockingsysteem normaal functioneren (Fig. 2).Als de lasereenheid een discrepantie in het type vliegtuig detecteert of het vliegtuig niet kan identificeren, wordt het bericht 'STOP' weergegeven op het LED-scherm (Fig 3).
3.2 VOLGMODUS
3.2.1 Wanneer het systeem wordt geactiveerd door de marshaller, scant de laser automatisch het vooraf gedefinieerde dockinggebied in de parkeerplaats om het aankomende vliegtuig te detecteren (Fig. 1).Wanneer het vliegtuig zich ongeveer 80 meter van de juiste parkeerpositie bevindt, begint de laser het vliegtuig te volgen en geeft informatie weer over de laterale positie van het vliegtuig ten opzichte van de parkeerhartlijn.Een pijl vertegenwoordigt de locatie van het vliegtuig (figuur 2).Het systeem blijft het vliegtuig volgen tot aan de 'STOP'-positie.
3.3 AZIMUT-GELEIDINGSINDICATOR
3.3.1 Azimutgeleiding wordt weergegeven op het LED-scherm wanneer het vliegtuig zich binnen 80 meter van de juiste parkeerpositie bevindt.Een pijl en een chevron geven de relatieve positie van het vliegtuig ten opzichte van de hartlijn 'T' aan.
3.4 INDICATOR VOOR AFSTAND
3.4.1 Informatie over de resterende afstand wordt weergegeven op het LED-scherm wanneer het vliegtuig zich binnen 20 meter van de juiste parkeerpositie bevindt.De afstand wordt boven het 'T'-symbool weergegeven met intervallen van 1 meter tussen 20 en 2 meter, en vervolgens met intervallen van 0,2 meter tot aan de STOP-positie
3.4.2 De sluitsnelheid naar de juiste parkeerpositie wordt weergegeven door de proportionele vermindering van de lengte van het hartlijn 'T'-symbool wanneer het vliegtuig zich binnen 12 meter van de 'STOP'-positie bevindt
3.5 STOPPOSITIE-INDICATOR
3.5.1 De juiste parkeerpositie wordt op het LED-scherm weergegeven door een 'STOP'-bericht dat de azimutgeleiding en de resterende afstand-informatie vervangt.
3.5.2 Het bericht 'STOP' geeft de exacte locatie van het neuswiel van het vliegtuig op de juiste parkeerpositie aan (Fig 10).
3.5.3 Wanneer het systeem detecteert dat het vliegtuig is gestopt, geeft een 'OK STOP'-bericht aan dat het vliegtuig correct is geparkeerd (Fig. 11).Een bericht 'TOO FAR STOP' geeft aan dat de drone de juiste parkeerpositie heeft overschreden (Fig. 12).
